Als liefde ook pijn doet

Liefde vormt de kern van wie we zijn. We verlangen ernaar, we geven het, en vaak komt het in de meest intense vorm van onze eerste relatie: die met onze moeder. Maar wat als die liefde ook pijn doet? Wat als de band met je moeder niet alleen warmte en veiligheid bracht, maar ook verwarring, verdriet of zelfs afwijzing? In een systemisch perspectief – zoals gebruikt in familieopstellingen – kijken we met andere ogen naar deze dynamiek. Niet om te oordelen, maar om te begrijpen. En misschien zelfs een beetje te helen.

Onze moeder is onze eerste verbinding met het leven. Nog voor we kunnen praten, voelen we haar. In haar buik horen we haar stem, ervaren we haar stemming, haar nabijheid of haar afstand. Zij is de bron. En juist omdat zij die primaire plek inneemt, heeft haar invloed diepe wortels in ons systeem.

Wanneer die band onveilig, grillig of verwarrend was, ontstaat er binnen ons een innerlijk conflict. We houden van haar – omdat dat natuurlijk is – maar we kunnen haar soms ook niet voelen, niet vertrouwen of zelfs niet verdragen. Dat creëert een pijnlijke kloof: tussen loyaliteit en zelfbehoud.

In systemisch werk draait alles om ordening, binding en balans in geven en nemen. Kinderen zijn van nature loyaal aan hun ouders. Zelfs als een ouder fysiek of emotioneel afwezig was, blijven we verbonden – vaak onbewust – met hun lot, hun pijn of hun overtuigingen. Een kind zegt onbewust: “Als jij niet gelukkig mag zijn, dan ik ook niet.” Of: “Als jij je niet veilig voelt in de wereld, dan blijf ik ook op mijn hoede.”

Deze verstrikkingen ontstaan uit liefde, maar zijn verstorend. Ze verhinderen ons om ons eigen pad te gaan. Soms herhalen we patronen, raken we emotioneel geblokkeerd, of blijven we zoeken naar erkenning die nooit kwam.

In familieopstellingen kijken we niet naar goed of fout, maar naar ordening. Wat is iemands plek in het systeem? En wat gebeurt er als die plek niet klopt?

Soms zijn we als kind boven onze moeder gaan staan – bijvoorbeeld als zij kwetsbaar of emotioneel onbereikbaar was. Dan nemen wij (onbewust) verantwoordelijkheid voor haar welzijn. We worden haar trooster, haar steun, haar ouder misschien zelfs. Maar een kind dat de ouderrol op zich neemt, verliest iets van zijn eigen kind-zijn. Later in het leven kan dit zich uiten in een diep gevoel van leegte, burn-out, of een moeite met grenzen.

Door in een opstelling onze moeder "terug te geven aan haar plek" – als de grote, de bron, degene die gaf wat ze kon – ontstaat er ruimte. Niet alles hoeft vergeven, wel erkend. En vaak is erkenning al een begin van heling.

De pijn in de relatie met je moeder wil niet zeggen dat er geen liefde was. Juist het feit dat het pijn doet, wijst op hoe belangrijk die band voor ons is. Systemisch werk biedt geen pasklare oplossing, maar wel een ander perspectief: eentje die zacht maakt, in plaats van oordelend.

Je kunt gaan zien dat je moeder ook kind was. Dat zij opgroeide met haar eigen systeem, haar eigen onvervulde behoeftes, haar eigen loyaliteiten. Dit besef nodigt uit tot mededogen – niet om alles goed te praten, maar om vrijer te worden van de last die jij mogelijk nog draagt.

Als liefde ook pijn doet, is het een uitnodiging tot innerlijk werk. Niet om los te laten, maar om los te komen van wat niet van jou is. De band met je moeder, hoe complex ook, blijft een dragende kracht in wie jij bent. Door haar systemisch te bekijken, krijg je misschien zicht op iets wat eerder in de schaduw lag – en dat alleen al kan bevrijdend zijn.

Volgende
Volgende

There is a crack, a crack in everything. That's how the light gets in – Leonard Cohen